Lang werd aangenomen dat doping binnen de schaatswereld weinig tot niet voorkwam. Het werd altijd meer gezien als iets dat vooral voorkwam binnen de wielersport en atletiek. Niets blijkt echter minder waar. Daarom een korte opsomming van de meest gebruikte dopingsoorten binnen de schaatssport.
EPO
Binnen de wielersport deed rond 1990 het gebruik van EPO zijn intrede. Het is een hormoon dat de aanmaak van rode bloedcellen stimuleert, waardoor het de prestatie bevordert.
Bekende namen binnen de schaatssport welke gepakt zijn op het gebruik van EPO zijn onder andere oud-marathonschaatser Thom van Beek en de Rus Dmitri Sjepel
Groeihormonen
Groeihormonen als anabole steroïden, ook wel anabole androgene steroïden genoemd, waren voornamelijk in de jaren zeventig en tachtig een veelgebruikte vorm van doping. Het zijn synthetische steroïden, welke afgeleid zijn van testosteron, het mannelijk geslachtshormoon.
Er zijn twee verschillende uitwerking van anabolen. Ten eerste zijn er anabolen welke zich binden aan de androgene ontvanger in een spiercel. Nadat ze gebonden zijn gaan ze over tot het omzetten van eiwitten, wat zorgt voor het vergroten van de spiermassa.
De andere soort bindt zich niet of nauwelijks aan de receptor, maar is in staat het afbreken van spiermassa te voorkomen wanneer het lichaam de stof glutamine wil onttrekken aan de spieren.