De geschiedenis van de schaats – deel 2

Hoge Noor

De ontwikkeling van de Hoge Noor vond niet heel lang na de uitvinding van de Friese doorloper plaats. In Noorwegen werd ontdekt dat voor een optimale stabiliteit, het mes van de schaats beter in een ronde buis gemonteerd kon worden. Hier ontleent dit type schaats dan ook zijn naam aan.

Naast een vaste schoen bestaat de Hoge Noor uit potten, een voetplaat, een teensteun, een felsrand, een schenkel en een buis. Ondanks het stabiele ontwerp van de Hoge Noor, duurde het nog tot halverwege de jaren vijftig voordat de Noor het aan populariteit won van de Friese doorloper.

De belangrijkste doorbraak in het populair worden van de Noor vond plaats in 1954. Om precies te zijn op 10 februari tijdens de viering van het 75-jarig jubileum van ijsvereniging Thialf in Heerenveen. Tijdens de schaatswedstrijd tussen Gerard Maarse, Arne Johhansson en hun tegenstanders, werd het verschil tussen de twee schaatstypen pijnlijk duidelijk. Waar Maarse en Johhansson op hun Noren als een speer gingen, konden hun tegenstanders op de modernste Friese doorlopers hen gewoonweg niet bijhouden.

Het verlies aan populariteit van de houten doorlopers werd de nekslag voor honderden Nederlandse schaatsmakers. De opkomst van de stalen Noren was simpelweg te groot.

De klapschaats

In 1980 kwam echter de volgende grote stap voorwaarts binnen de schaatswereld. De klapschaats deed zijn intrede. De achterkant van deze schaats klapt open waarbij de scharnier aan de voorkant van de schaats zit. Het gevolg van dit mechanisme is dat de schaatser veel langer contact houd met het ijs.

De eerste ontwerpen van de klapschaats dateren al van rond het jaar 1900, echter was het Gerrit Jan van Ingen Schenau die de klapschaats definitief op de markt bracht. Toch duurde het nog tot 1996 voordat de klapschaats binnen de wedstrijdsport succesvol werd. De uit Scharsterbrug afkomstige Tonny de Jong en Carla Zijlstra uit Sneek waren de eerste wedstrijdrijders welke succes hadden met de klapschaats. Niet veel later groeide ook bij de langebaan- en marathonrijders de liefde voor dit type schaats.

Er zijn tevens nog diverse varianten van de klapschaats ontworpen. Zo is er de dubbele klapschaats en de rotraxschaats. Van deze twee varianten wordt echter nog maar weinig gebruik gemaakt. De klassieke klapschaats blijft toch favoriet.